Vandaag mag ik een recept delen uit het Nederlandse koekjesboek, waar ik gister de review van verscheen. Ik heb gekozen voor de evenveeltjes. Ik heb ze uiteraard zelf ook gemaakt en ze zijn ontzettend lekker. Rijk van smaak door het amandelmeel, luchtig door de gist. 

Het oorspronkelijke recept luidt als volgt:

“Mijn neemt een kommetje meel, een kommetje boter, een kommetje gerst, een kommetje korinten, een kommetje suiker, een kommetje gestampte amandelen, een kommetje melk en wat kaneel, besla dit alles goed laat het rijzen en bak het in eene kaakjespan*”
(uit: Rijntje Biljardt, de doorveeljarige ondervinding geleerde keukenmeid, 1840)

Vertaald naar de hedendaagse tijd, heb je het volgende nodig voor 12 evenveeltjes.

Ingrediënten

150 gram (patent)bloem
3 gram gist
90 gram krenten
150 gram suiker
60 gram amandelmeel
1 theelepel kaneel gemalen
150 gram boter gesmolten
150 ml melk, lauw

Werkwijze

Meng in een kom de bloem met de gist, krenten, suiker, het amandelmeel en de kaneel. Meng in een andere kom de boter met de melk en schenk dit mengsel bij de bloem. Roer tot alles goed gemengd is. Dek de kom af en laat het dikke beslag ongeveer 1 uur en 30 minuten rijzen op een warme plek.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Vet een metalen muffin bakvorm met 12 holtes goed in. Vul de holtes van het bakblik voor driekwart met het beslag. Bak de evenveeltjes in 25 minuten gaar en goudbruin.

*Eene kaakjespan is een soort poffertjespan, maar dan met diepe holtes. Hij werd net als een taartpan boven het vuur geplaatst.

Tip: Als je wil kun je dit recept ook afmeten met een kommetje (inhoud 150 ml), zoals in het oorspronkelijke voorbeeld. Let echter op dat met het kommetje gerst een kommetje biergist wordt bedoeld. Dit is goed te vervangen door iets minder dan een half zakje gedroogde gist.