Recept: Borsjtsj
Borsjtsj is comfort food voor mij. Vooral in de herfst en de winter, waarin bieten ook volop verkrijgbaar zijn. Je kunt de soep ook ruim van te voren maken en bijvoorbeeld een dag in de koelkast bewaren. Daardoor trekken de smaken nog beter in, net zoals bij bijvoorbeeld ribolita.
Dit recept is voor 4 borden.
Ingrediënten:
- 4 rode bieten
- 1 Chinese kool
- 3 kleine wortels
- 2 aardappels (vastkokend)
- 1 liter groentebouillon
- 2 uien
- 2 teentjes knoflook
- 2 laurierblaadjes
- 2 kruidnagels
- 2 eetlepels azijn (rode wijnazijn, witte wijnazijn of appelcider azijn)
- 1 eetlepel bruine suiker (een andere suiker is ook goed)
- sap van een halve citroen
- neutrale olie (zonnebloemolie of milde olijfolie)
peper en zout
Eerst rooster je de bieten in de oven. Dat kan door ze per stuk in aluminiumfolie te wikkelen en een uur te verwarmen op 200 graden.
Intussen kun je ook de voorbereidingen voor de soep doen. Snipper de ui en fruit ze in wat olie. Snijd de kool in dunne reepjes, schil en rasp de wortels en hak de knoflook fijn. Als de uitjes een beetje glazig zijn, dan kun je er azijn, suiker, beetje zout en de knoflook aan toevoegen. Bak dit ongeveer een minuutje doe daar dan de kool, wortel, laurier en kruidnagel bij. Schep en roer dit goed door elkaar. Hierna kan de bouillon erbij.
Nu zouden de bietjes klaar moeten zijn met roosteren. Als je ze uit de oven haalt, spoel ze dan even goed af onder de koude kraan, dan kun je het velletje er makkelijk vanaf trekken. Snijd de bietjes in kleine blokjes en voeg het aan de soep toe. Breng de soep aan de kook en laat het ongeveer een uur koken op een laag vuur (met de deksel op de pan).
Schil de aardappels en snijd deze in kleine reepjes. Voeg ze na 3 kwartier toe aan de soep, zodat ze nog een kwartiertje meekoken.
Als het een uur heeft gestaan dan kan het vuur uit. Vis de laurierblaadjes en de kruidnagels uit de soep (als je die nog weet te vinden). Om de soep iets dikker te maken, kun je een deel van de soep pureren met een blender of een staafmixer. Je haalt hiervoor een deel van de soep uit de pan wat je na het pureren weer bij de rest van de soep doet.
Tot slot voeg je er het citroensap, peper en zout toe (naar eigen smaak) en laat je het lekker lang staan. Als je het pas de volgende dag wil eten, dan is het wel aan te raden om het, wanneer de soep volledig is afgekoeld, in de ijskast te bewaren.
Borsjtsj is zowel koud als warm te eten en lekker met een beetje crème fraiche en wat gehakte peterselie of koriander.
Laatste reacties